De Duitse regering heeft woensdag de langverwachte waterstofstrategie gepresenteerd. Die is ook voor Nederland van belang.

Duitsland wil wereldwijde koploper worden in het gebruik van waterstof als energiedrager. Bij het gebruik van waterstof, bijvoorbeeld in een brandstofcel, komt geen CO2 vrij. Waterstof als energiedrager moet Duitsland helpen bij de energietransitie en bij het halen van de klimaatdoelen.

In de visie van de Duitse regering moeten in 2030 waterstofproductiefaciliteiten zijn gebouwd van gezamenlijk 5 gigawatt. De waterstof moet in de staalindustrie worden ingezet en daarnaast ook in het zware verkeer en mogelijk zelfs de luchtvaart. Het economische stimuleringspakket dat de regering vorige week presenteerde om de economische gevolgen van de coronapandemie op te vangen, gaf de regeringspartijen de nodige financiële ruimte om het eens te worden over de waterstof-ambities, schrijft Tagesschau.

Als de waterstof wordt geproduceerd met stroom van windmolens of zonnecollectoren, dan wordt gesproken van groene waterstof. De strategie van de regering richt zich vooral op deze groene waterstof. Duitsland en Nederland willen samenwerken om met energie van de windmolens op de Noordzee waterstof te produceren. Een deel van de waterstof zal moeten worden geïmporteerd en via de Rotterdamse haven naar Duitsland moeten worden gebracht. Ook daarom werd in Nederland rijkhalzend uitgekeken naar de Duitse waterstofstrategie


Bron: Duitsland Instituut